Terwijl je nog aan het bijkomen bent van oud en nieuw doemt een belangrijke vraag op: wat te doen met de overgebleven oliebollen? Weggooien is niet nodig. Dat bewijzen deze vier originele recepten.
Oliebollen over
Heb je wat teveel aan oliebollen gemaakt? Hoewel ze er nog lekker uitzien, smaken ze natuurlijk niet meer. Oliebollen zijn de eerste dag het lekkerst. Zeker als ze nog warm zijn. Daarna riskeer je dat ze dat ze gewoon hard worden. Soms zijn ze zelfs zo hard dat je ze uitstekend zou kunnen gebruiken voor een potje « jeu de boules ». Toch zijn er ook smaakvolle dessertjes die je met de overgebleven oliebollen kunt maken.
Croutons
Je zou er bijvoorbeeld croutons van kunnen maken om te serveren in een lekker soepje van rood fruit. Snij de oliebollen in blokjes, besprenkel ze met wat olie en droog ze in een half uur in de oven op ongeveer 180 graden. Maar je kan de blokjes ook bakken in een hete pan met olie. Blijf ze dan wel steeds omscheppen zodoende ze niet verbranden. De resten rood fruit maak je aan met sinaasappelsap voor een dessertsoep.
Oliebollensoep
Wie echt los wil gaan, kan ook een oliebollensoep maken. Culinair auteur Ronald Giphart heeft het zelf wel eens gedaan. En hij vindt het lekker. De combinatie zoet en zout is natuurlijk heel gebruikelijk.
Maak stevige kippenbouillon en doe daar de gesneden stukjes oliebol bij, alsook een scheut room en citroensap. Mix de soep en klaar is deze eenvoudige en voedzame soep.
Je proeft het hartige en ziltige van de kippensoep – wat ideaal is als je even moet bijkomen – maar ook het zoetige van de oliebollen.
Wentelteefjes
Net als oud brood kan je prima de overgebleven oliebollenresten gebruiken voor wentelteefjes. Snij de oliebollen in ronde plakken van dikte naar keuze. Mix een ei, wat melk, suiker en kaneel en dip de plakken in het beslag. Bak de oliebollen in een hete pan aan beide kanten bruin.
Vind meer tips om overgebleven oliebollen te verwerken.
Heb jij ook interessant nieuws, tips, weetjes, een inspirerend verhaal of een aanbieding? Stuur ons de link!
Bron: AD
